NIEUWS

Prinsjesdag: Belastingplan 2023

Op Prinsjesdag zijn de fiscale plannen voor 2023 gepresenteerd. Hieronder brengen we je op de hoogte van de belangrijkste zaken. Hierbij geldt een voorbehoud: deze nieuwsbrief is opgesteld op basis van het Belastingplan. De definitieve wetgeving kan afwijken.

Inkomstenbelasting

Het tarief van de eerste schijf in box 1 daalt van 37,07% naar 36,93% (2023: tot een inkomen van EUR 73.031, 2022: tot een inkomen van EUR 69.398). Voor het meerdere blijft het tarief gelijk (49,50%). Concreet betekent deze wijziging dat er (iets) minder inkomstenbelasting betaald hoeft te worden.

Als je een sterk wisselend inkomen hebt, kan onder voorwaarden gebruik gemaakt worden van de middelingsregeling. Dan wordt het inkomen van de laatste drie jaar gemiddeld, waardoor minder belasting verschuldigd wordt. Dit kan leiden tot een belastingteruggaaf. Het laatste tijdvak waarover gemiddeld kan worden is 2022/2023/2024.

De zelfstandigenaftrek is een aftrekpost voor ondernemers die voldoen aan het urencriterium. De hoofdregel is hierbij dat minstens 1.225 uur per jaar werkzaamheden voor de onderneming verricht worden. De zelfstandigenaftrek wordt in 2023 verlaagd naar EUR 5.030. De startersaftrek blijft EUR 2.123.

De fiscale oudedagsreserve is een fiscale faciliteit om uitstel van belastingheffing te creëren. Door nu op te bouwen, ontstaat er een aftrekpost die ertoe leidt dat minder belasting verschuldigd is. Uiterlijk bij het staken van de onderneming wordt deze reserve opgeheven en weer bij de winst bijgeteld, zodat er dan alsnog belasting over verschuldigd is. De fiscale oudedagsreserve kan na 1 januari 2023 niet (verder) opgebouwd worden.

De aftrekposten, zoals de mkb-winstvrijstelling, de hypotheekrente, zorgkosten en giften, zijn aftrekbaar tegen maximaal 36,93%. Dit betekent dat aftrekposten minder zwaar meetellen bij het drukken van de belastingheffing in box 1. Deze beperking geldt expliciet niet voor lijfrente- of arbeidsongeschiktheidsverzekeringen.

De onbelaste reiskostenvergoeding voor zakelijke kilometers en woon-werkverkeer wordt verhoogd. Nu is deze vergoeding nog EUR 0,19 per kilometer, maar dit wordt in 2023 verhoogd naar EUR 0,21 per kilometer.

Als een zakelijke auto ook voor privédoeleinden wordt gebruikt, dan moet hierover belasting betaald worden (‘bijtelling’). Bij emissievrije auto’s geldt een bijtellingstarief van 16% van de cataloguswaarde tot EUR 30.000 en voor het meerdere geldt het reguliere tarief van 22%. In het jaar van aanschaf van een nieuwe auto, blijft het dan geldende percentage 60 maanden geldig. Cijfermatig ziet dit er als volgt uit:

 

JaarKortingBijtellingMaximale cataloguswaarde kortingMeerdereMaximaal voordeel
20226%16%EUR 35.00022%EUR 2.100
20236%16%EUR 30.00022%EUR 1.800
20246%16%EUR 30.00022%EUR 1.800
20255%17%EUR 30.00022%EUR 1.500
vanaf 2026Geen22%n.v.t.--

 

De inkomensafhankelijke combinatiekorting wordt in 2025 afgeschaft, maar de algemene heffingskorting en de arbeidskorting worden vanaf 2023 verhoogd.

Box 3 (vermogen)

Op dit moment wordt het vermogen (box 3) belast op basis van fictieve rendementen. Na de rechterlijke uitspraak van december 2021 is vast komen te staan dat die fictieve rendementen in specifieke gevallen te veel afwijkt van de werkelijkheid. Daarom is het voornemen om de belasting op vermogen aan te passen. Hoe en wanneer dit aangepast gaat worden is nu nog onduidelijk en moet de komende jaren vormgegeven worden. Wat wel vaststaat is dat de belasting op verhuurde woningen (die privé worden aangehouden) wordt verhoogd. Dit geldt alleen als er sprake is van huurbescherming. Als er geen huurbescherming van toepassing is, dan werd en wordt 100% van de WOZ-waarde als vermogen opgenomen. Als er wel sprake is van huurbescherming, dan wordt de waarde van verhuurde woning(en) bepaald door de WOZ-waarde te vermenigvuldigen met de leegwaarderatio. In 2023 wordt bij een jaarlijkse huurprijs die hoger is dan 5% van de WOZ-waarde, de leegwaarderatio verhoogd tot 100% van de WOZ-waarde. De ontvangen huur wordt niet belast.

 

Een cijfermatig voorbeeld van de veranderingen per 1 januari 2023:

 

Als de WOZ-waarde EUR 300.000 is en de kale huur in januari 2023 EUR 975 (jaarlijks: EUR 975 x 12 maanden = EUR 11.700), dan is de leegwaarderatio 3,9% (EUR 11.700 / EUR 300.000). Dit betekent dat EUR 300.000 x 90% = EUR 270.000 als vermogen wordt opgenomen bij de aangifte inkomstenbelasting. Als de huur EUR 1.300 zou zijn, dan is de leegwaarderatio hoger dan 5% en hierdoor wordt de WOZ-waarde van de verhuurde woning voor 100% (EUR 300.000) opgenomen als vermogen in de inkomstenbelasting.

 

Aandelenopties

Het komt voor dat werkgevers aandelenopties aan werknemers geven in plaats van gewoon loon. Dat speelt vooral bij start-ups en scale-ups, die onvoldoende geld hebben om hogere salarissen uit te kunnen betalen. Bij een aandelenoptierecht krijgt de werknemer het recht om over een aantal jaren aandelen in de bv te kopen, tegen een vooraf vastgestelde prijs. Een aandelenoptie is een vorm van loon, waar dus ook belasting over moet worden betaald. Nu wordt die belasting geheven op het uitoefenmoment, als de werknemer zijn optierecht daadwerkelijk omzet in aandelen. Op dat moment moet de werknemer dan ook belasting betalen, terwijl hij daar het geld vaak niet voor heeft. Vanaf 1 januari 2023 wordt de belasting als hoofdregel pas geheven op het moment dat de aandelen verhandelbaar zijn, en er daardoor wel geld beschikbaar komt of kan komen om de belasting te betalen.

 

Vennootschapsbelasting

Het tarief voor de vennootschapsbelasting wordt in 2023 tot een winst van EUR 200.000 (2022: EUR 395.000) verhoogd naar 19% (2022: 15%) en voor het meerdere blijft het 25,8%. Bij een hoge winstverwachting kan het de moeite waard zijn om de winst te verdelen over meerdere (nieuwe) BV’s.

Als deze winst vervolgens als dividend uitgekeerd wordt naar de aandeelhouder(s), dan wordt dit bedrag belast voor in totaal 26,9%. Het effectieve tarief wordt bij een dividenduitkering als volgt:

BelastingheffingWinst EUR 200.000Winst > EUR 200.000
Winst BV100,0%100,0%
Vennootschapsbelasting-19,0%-25,8%
Nettowinst81,0%74,2%
Belasting dividend (26,9%)-21,8%-20,0%
Netto dividend59,2%54,2%
Effectief tarief40,8%45,8%

 

Voor 2024 is het de verwachting dat er twee schijven worden ingevoerd: tot een totaal jaarlijks dividend van EUR 67.000 geldt een tarief van 24,5%. Voor het meerdere geldt een tarief van 31,0%.

Lenen bij de eigen BV

Het is mogelijk om geld te lenen bij de eigen BV. Vanaf 2023 kan dit niet hoger zijn dan EUR 700.000 (dit bedrag wordt voor fiscale partners niet verdubbeld). Andere familieleden, zoals kinderen, mogen daarnaast ook EUR 700.000 per persoon bij de BV lenen. Daarbij tellen overigens leningen voor een eigen woning niet mee. Let op dat onder de ‘eigen woning’ wordt verstaan de woning die jouw hoofdverblijf is. Een eventuele tweede woning wordt niet als eigen woning gezien. Voor eigen-woningleningen die na 31 december 2022 worden aangegaan, is het verplicht om een hypotheekrecht te verstrekken aan de BV (dit moet notarieel vastgelegd worden).

 

Meer dan EUR 700.000 bij de eigen BV lenen is toegestaan, maar dan wordt het meerdere aangeduid als ‘excessief lenen’ en vervolgens met inkomstenbelasting belast alsof het een dividenduitkering is. De eerste peildatum voor deze nieuwe regel is 31 december 2023. Als je op 31 december 2023 bijvoorbeeld EUR 800.000 hebt geleend bij de eigen BV voor de financiering van een vakantiewoning, dan betaal je over EUR 100.000 26,9% belasting, ofwel € 26.900.

Schenkbelasting

De ‘jubelton’, de schenkvrijstelling voor de aankoop of verbouwing van de eigen woning, wordt per 1 januari 2023 afgeschaft. Wel kan nog gebruik worden gemaakt van de eenmalige verhoogde vrijstelling van EUR 28.947 die geldt voor de relatie ouders/kinderen (tussen 18 en 40 jaar).

Omzetbelasting

Het btw-tarief voor de aanschaf en installatie van zonnepanelen voor particulieren wordt vanaf 1 januari 2023 verlaagd naar 0%, waardoor investeren in zonnepanelen op privéwoningen aantrekkelijker wordt. Nu kunnen particulieren die btw in de praktijk ook vaak al terugvragen, maar dat kost nu veel administratieve rompslomp.

Overdrachtsbelasting

Het tarief voor de overdrachtsbelasting gaat per 1 januari 2023 omhoog van 8% naar 10,4%. Dat geldt niet voor eigen woningen, daarvoor blijft het standaardtarief 2% of 0% (voor kopers tot 35 jaar en met een aankoopprijs van maximaal EUR 400.000). Voor onder andere bedrijfsvastgoed en beleggingsvastgoed (waaronder verhuurde woningen en vakantiewoningen) stijgt het tarief naar 10,4%.

Als je overweegt om te investeren in een bedrijfspand, dan kun je dat beter in 2022 dan in 2023 doen. Dit scheelt namelijk 2,4%. Hierbij gaat het overigens om de datum van levering van het pand (de datum van de notariële leveringsakte) en niet om de datum van aankoop (de datum van het voorlopig koopcontract).

UBO register

Let op! Deze informatie is niet van toepassing op eenmanszaken, wel vragen we de aandacht aan BV’s en VOF’s.

Vanaf 27 september 2020 moeten veel organisaties UBO's gaan inschrijven in het nieuwe UBO-register bij de Kamer van Koophandel (KvK). De registratie moet uiterlijk 27 maart 2022 zijn voltooid.

Wat is een UBO?

Een UBO (Ultimate Beneficial Owner) is de persoon die de uiteindelijke eigenaar is of de uiteindelijke zeggenschap heeft over een onderneming, stichting of vereniging (een zogeheten juridische entiteit).

Bij een BV gaat het om:

  • personen met meer dan 25% van de aandelen;
  • personen met meer dan 25% van de stemrechten;
  • personen die de feitelijke zeggenschap over de onderneming hebben.

Waarom komt er een UBO-register?

Het UBO-register is een initiatief van de Europese Unie en heeft als doel om de UBO van in Nederland opgerichte vennootschappen en andere juridische entiteiten (zie opsomming hieronder) op te nemen in een centraal register en dit register publiek toegankelijk te maken. Door deze Europese transparantiemaatregel wil de EU witwassen en financiering van terrorisme tegen gaan.

Na 27 september 2020  hebben bestaande vennootschappen 18 maanden de tijd om de informatie over hun UBO('s) te registreren. Nieuw opgerichte vennootschappen zijn direct verplicht om hun UBO('s) te registreren. De registratie moet uiterlijk 27 maart 2022 zijn voltooid.

Welke organisaties zijn verplicht om te registreren?

De registratieplicht geldt voor de volgende entiteiten:

  • BV’s;
  • NV’s;
  • Verenigingen;
  • Onderlinge waarborgmaatschappijen;
  • Coöperaties;
  • Maatschappen;
  • VOF’s;
  • CV’s;
  • Rederijen;
  • SE’s;
  • SCE’s;
  • EESV’s; en
  • Kerkgenootschappen.

Welke organisatie hoeven niet te registreren?

De registratieplicht geldt niet voor:

  • Eenmanszaken;
  • Beursvennootschappen en hun 100% (directe of indirecte) dochters;
  • VvE’s; en
  • Verenigingen met beperkte rechtsbevoegdheid die geen onderneming drijven en publiekrechtelijke rechtspersonen.

In sommige gevallen kan een uitzondering worden gemaakt op de registratieplicht, als de registratie voor de UBO blootstelling aan een risico op fraude, ontvoering, chantage, geweld of intimidatie inhoudt of indien de UBO minderjarig of anderszins handelingsonbekwaam is.

Welke informatie wordt er geregistreerd en openbaar gemaakt?

De volgende UBO informatie zal voor iedereen publiekelijk toegankelijk worden:

  • Naam;
  • Geboortemaand;
  • Geboortejaar;
  • Woonstaat;
  • Nationaliteit; en
  • De aard en omvang van het gehouden belang.

De bij de KvK ingediende documenten, zoals een paspoort en maatschapsovereenkomst, zijn niet voor iedereen openbaar.

Per UBO zijn de volgende gegevens alleen in te zien door de Financiële inlichtingen eenheid (FIU-Nederland) en bevoegde autoriteiten, zoals de Belastingdienst, FIOD en AFM:

  • BSN-nummer;
  • Geboortedag, geboorteplaats, geboorteland en woonadres.

Deze instanties kunnen ook de bij de KvK ingediende documenten inzien.

Wat gebeurt er als een onderneming haar UBO niet (op tijd) registreert?

De maximale dwangsom of boete voor het (niet op tijd) registreren van een UBO is EUR 21.750,-. Ook is het (in uitzonderlijke situaties) mogelijk dat een gevangenisstraf van maximaal twee jaar of een taakstraf wordt opgelegd.

Hulp nodig?

Indien gewenst kunnen wij uiteraard ondersteunen bij de inschrijving van de UBO(‘s). Voor vragen weet je ons te vinden!

Team Holthaus Legal!

Regeerakkoord

Beste relatie,

Na maar liefst 271 dagen onderhandelen is het nieuwe regeerakkoord “Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst” van kabinet Rutte IV eindelijk rond. Hieronder brengen we je op de hoogte van de belangrijkste fiscale maatregelen uit het regeerakkoord. Tevens hebben we de voor jou meest relevante fiscale tarieven voor 2022 uiteengezet.

Vanaf 2022:

 Thuiswerkvergoeding

Werkgevers mogen hun werknemers vanaf 2022 een belastingvrije thuiswerkvergoeding van maximaal € 2 per dag geven. De belastingvrije thuiswerkvergoeding kan ook worden toegepast als er een gedeelte van de dag thuisgewerkt wordt. De thuiswerkvergoeding kan niet naast de onbelaste reiskostenvergoeding van € 0,19 per kilometer worden toegepast. Er moet dan een keuze worden gemaakt welke vergoeding op die dag wordt toegepast.

Eerste stappen voor afschaffing toeslagenstelsel en vereenvoudigen belastingstel

Vanwege de complexiteit van het huidige toeslagenstelsel wil het kabinet stappen zetten voor het afschaffen van de toeslagen. Ook het huidige belastingstelsel is te complex geworden. Het kabinet heeft de ambitie om het belastingstelsel te hervormen en te vereenvoudigen.

Nieuwe wet voor tegemoetkoming bij fouten belastingdienst

Wanneer burgers door onterecht handelen of nalaten van de belastingdienst benadeeld worden en in een schrijnende situatie terecht komen, kan het gepast zijn om een tegemoetkoming te bieden. Hiervoor zal in 2022 een nieuwe wet gemaakt worden.

Inspectie Belastingdienst, Douane en Toeslagen

De nieuwe inspectie binnen het domein Belastingdienst, Douane en Toeslagen gaat per 2022 van start. Deze inspectie heeft als doel om met onderzoeken en aanbevelingen bij te dragen aan het herstel van het vertrouwen van de samenleving in de overheid. Eind 2022 zal er een evaluatie volgen van de activiteiten van de nieuwe inspectie.

Studiekosten niet langer aftrekbaar

Het is vanaf 2022 niet langer mogelijk om studiekosten en andere scholingsuitgaven af te trekken via de aangifte inkomstenbelasting. Ter vervanging hiervan komt er een subsidieregeling voor scholing en ontwikkeling: het STAP-budget, wat staat voor Stimulering Arbeidsmarktpositie. Deze subsidie kan gebruikt worden voor het volgen van een training, cursus of opleiding om zo goed inzetbaar te blijven op de arbeidsmarkt. Werkenden en werkzoekenden kunnen vanaf 1 maart 2022 een STAP budget van maximaal € 1.000 aanvragen.

BTW op denksport

Per 1 januari 2022 is de btw-vrijstelling voor denksportorganisaties vervallen. Denksport wordt niet langer gezien als een vorm van actieve sportbeoefening vanwege het te verwaarlozen lichamelijke component. Daarom is vanaf 1 januari het reguliere btw-tarief van 21% van toepassing.

Opkoopbescherming

Vanaf 2022 is het voor gemeentes mogelijk om te verbieden dat woningen na verkoop verhuurd worden. Alleen onder strenge voorwaarden mag een woning dan nog verhuurd worden. Het doel van de opkoopbescherming is om te voorkomen dat woningen door investeerders worden opgekocht.

Bijtelling zakelijke auto omhoog

Ondernemers of werknemers die de zakelijke auto ook privé gebruiken, betalen bijtelling gebaseerd op de catalogusprijs van de auto. Het reguliere tarief is 22%, maar voor alle auto’s zonder CO2-uitstoot geldt een verlaagd tarief van 16% (dit was 12% in 2021). Dit lage percentage geldt tot een cataloguswaarde van € 35.000 (dit was € 40.000 in 2021), het meerdere wordt belast tegen 22%. Deze maximale cataloguswaarde geldt niet voor waterstofauto’s en zonnecelauto’s.

 Milieu-investeringsaftrek omhoog

De percentages voor de milieu-investeringsaftrek gaan omhoog naar 17%, 36% en 45%, afhankelijk van het type investering. Deze tariefswijziging is een extra stimulans voor bedrijven om te investeren in specifieke milieuvriendelijke installaties, apparaten of vervoersmiddelen.

Privéadres niet langer zichtbaar in handelsregister

In het handelsregister bij de Kamer van Koophandel kan niet langer het privéadres van een ondernemer worden opgevraagd. Hiermee wordt de privacy van de ondernemer beschermd. Wel kan het vestigingsadres nog worden opgevraagd. Als het vestigingsadres gelijk is aan het privéadres blijft het privéadres wel zichtbaar.

Belasting startupaandelen

Werknemers krijgen bij aandelenopties het recht om aandelen te verkrijgen tegen een lagere waarde of om niet. Wel moet er over de actuele waarde van de aandelen op het moment van omzetting belasting betaald worden. Werknemers van een startup kunnen er vanaf 2022 echter voor kiezen om op een later moment belasting te betalen over hun opties. Er kan worden gekozen om de belasting niet te betalen op het moment dat de opties worden omgezet in aandelen, maar op het moment dat de aandelen verhandelbaar worden.

Arbeidsongeschiktheidspremie

De verplichte premie voor arbeidsongeschiktheid was voor alle bedrijven gelijk (alleen van toepassing voor werknemers en niet voor DGA’s). Vanaf 2022 gaat de premie voor kleine werkgevers omlaag naar 5,49% en voor grote werkgevers omhoog naar 7,05%.

Minimumloon

Het minimumloon voor werknemers vanaf 21 jaar gaat omhoog naar € 1.725 bruto per maand, uitgaande van een fulltime dienstverband.

 Tarief inkomstenbelasting

De tarieven voor de inkomstenbelasting in box 1 (inkomen uit werk en woning) worden stapsgewijs verlaagd. Voor 2022 geldt voor inkomens tot € 69.399 een tarief van 37,07% (2021: 37,1%), het meerdere boven dit bedrag wordt, net als in 2021, belast tegen 49,50%.

Heffingskortingen

De algemene heffingskorting zorgt ervoor dat de te betalen inkomstenbelasting wordt verlaagd. De algemene heffingskorting wordt in 2022 verhoogd ten opzichte van 2021. Bovendien wordt ook de arbeidskorting verhoogd. Door deze verhoging betalen werkenden (zowel werknemers als zelfstandigen) minder inkomstenbelasting.

Zelfstandigenaftrek

De zelfstandigenaftrek wordt verlaagd naar € 6.310 (2021: € 6.671). De zelfstandigenaftrek wordt de komende jaren versneld afgebouwd tot € 1.200 in 2030. Er kan door ondernemers met een eenmanszaak aanspraak worden gemaakt op de zelfstandigenaftrek als zij minimaal 1.225 uur per jaar én meer dan 50% van hun (arbeids)tijd aan hun onderneming besteden.

Aftrekpercentage aftrekposten omlaag

Bepaalde aftrekposten (onder meer de hypotheekrenteaftrek, zelfstandigenaftrek en MKB-winstvrijstelling) zijn voor maximaal 40% aftrekbaar in 2022 (dit was 43% in 2021). Dit betekent dat de aftrekposten dus niet tegen het hoogste tarief van 49,50% (zie hiervoor) aftrekbaar zijn.

Tarief vennootschapsbelasting

In 2022 worden de winsten in de vennootschapsbelasting tot € 395.000 (dit was in 2020: tot € 245.00) belast tegen 15%. Het meerdere wordt belast tegen 25,8% (2021: 25%).

Box 3 op basis van reëel rendement

Het vermogen uit sparen en beleggen wordt belast in box 3. De afgelopen jaren is er veel kritiek geweest op het box 3 stelsel omdat er uit werd gegaan van een fictief rendement wat voor veel mensen niet realistisch was. Recent is er door de Hoge Raad geoordeeld dat de box 3 heffing voor de jaren 2017 en 2018 in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dit kan alleen hersteld worden door het werkelijke rendement uit sparen en beleggen in de belastingheffing te betrekken. Het is op dit moment nog onduidelijk op welke manier de belastingdienst dit gaat compenseren en wie hiervoor in aanmerking komt.

Het kabinet Rutte IV was van plan om per 2025 een nieuw box 3 stelsel op basis van een reëel rendement in te voeren. Naar verwachting zal dit proces versneld worden door de uitspraak van de Hoge Raad.

 

Vanaf 2023:

Grens excessief lenen grens aangepast van € 500.000 naar € 700.000
Door het wetsvoorstel ‘excessief lenen’ kunnen ondernemers niet langer onbeperkt lenen van hun eigen BV. De grens voor het leenbedrag is verhoogd van € 500.000 naar € 700.000. De behandeling van het wetsvoorstel ‘excessief lenen’ lag tijdelijk stil, maar naar verwachting zal het wetsvoorstel per 2023 in werking treden. Vanaf dat moment wordt het leenbedrag boven de € 700.000 als een fictieve winstuitdeling aangemerkt en dient er per saldo 26,9% belasting over betaald te worden.

 Overdrachtsbelasting omhoog

Om starters op de woningmarkt meer kans te geven is er per 1 januari 2021 een eenmalige vrijstelling van de overdrachtsbelasting ingevoerd. Voor woningkopers tussen de 18 en 35 jaar die een woning kopen van maximaal €400.000 geldt een eenmalige vrijstelling op de 2% overdrachtsbelasting bij de aanschaf van een woning voor eigen gebruik. De vrijstelling geldt voor iedere koper afzonderlijk. Als één van de kopers ouder is dan 35 jaar, dan betaalt deze persoon over zijn deel wel 2% overdrachtsbelasting.

Kopers die niet zelf in de woning gaan wonen, moeten 8% overdrachtsbelasting afdragen. Dit geldt bijvoorbeeld voor een tweede woning die verhuurd wordt aan derden, maar ook voor een vakantiewoning of een woning die ouders kopen voor hun kind. Per 1 januari 2023 wordt het tarief verhoogd van 8% naar 9%.

Middelingsregeling afgeschaft

De middelingsregeling kan worden toegepast wanneer er sterk wisselende inkomsten zijn. Met een middelingsverzoek wordt het gemiddelde inkomen over drie aaneengesloten jaren berekend. Vervolgens wordt er berekend hoeveel belasting er per jaar betaald moet worden. Is deze belasting lager dan de reeds afgedragen belasting? Dan is er mogelijk recht op een teruggaaf. Deze middelingsregeling wordt per 2023 afgeschaft.

 

Vanaf 2024:

Afschaffing verruiming schenkvrijstelling eigen woning

De schenkingsvrijstelling voor de eigen woning, ook wel de jubelton genoemd, biedt de mogelijkheid om eenmalig een ton belastingvrij te schenken. De verruimde schenkvrijstelling geldt voor ontvangers in de leeftijd vanaf 18 tot en met 39 jaar. De voorwaarde van de vrijstelling is dat de schenking wordt besteed aan de eigen woning van de ontvanger. De verruimde schenkvrijstelling voor de eigen woning wordt per 2024 afgeschaft.

 Onbelaste reiskostenvergoeding omhoog

De onbelaste reiskostenvergoeding van € 0,19 gaat per 2024 omhoog.

 

 

Update Corona Steunmaatregelen januari 2022

Beste relatie,

In onze eerdere nieuwsbrief informeerden wij je over het einde van de corona steunmaatregelen. Sinds eind december 2021 zijn een aantal corona steunmaatregelen teruggekeerd in verband met de herhaalde sluiting van bepaalde sectoren. Deze nieuwsbrief gaat in op de corona steunmaatregelen die sinds eind december 2021 weer van kracht zijn. Wil je meer informatie omtrent de eerdere steunmaatregelen, onze nieuwsbrief van 9 september 2021 is te vinden via deze link: https://www.holthausadvies.nl/corona-steunmaatregelen/.

Corona steunmaatregelen eind 2021 & 2022 (update … januari 2022)

  1. Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud - NOW Q1 2022

De NOW betreft een tegemoetkoming in de loonkosten. Wanneer je een omzetverlies van minimaal 20% verwacht in Q1 2022, kan bij het UWV een tegemoetkoming van 85% voor de loonkosten van het personeel worden aangevraagd. Het personeel moet dan voor 100% worden doorbetaald. Het UWV verstrekt een maximale vergoeding van 80% van het omzetverlies. Loon boven de EUR 9.538 bruto per maand komt niet in aanmerking voor compensatie. Werkgevers die gebruikmaken van de NOW regeling krijgen naast de vergoeding voor het loon ook een opslag voor de maandelijkse opbouw van het vakantiegeld, pensioenpremie en werkgeverspremies.

Aanvragen? Het is momenteel nog niet mogelijk om de NOW Q1 2022 aan te vragen. De verwachting is dat vanaf februari de aanvraag kan worden gedaan. Het is nog wel mogelijk een aanvraag te doen voor de NOW Q4 2021 tot en met 31 januari 2022. Deze aanvraag kan worden gedaan bij het UWV. Indien je hulp nodig hebt met de aanvraag, kun je altijd contact met ons opnemen.

Bij het achteraf vaststellen van de NOW kan een accountsverklaring of een verklaring van een derde deskundige nodig zijn voor de definitieve vaststelling van de tegemoetkoming.

  • Indien je een voorschot hebt ontvangen van meer dan EUR 100.000 of een vastgestelde vergoeding van meer dan EUR 125.000 is een accountantsverklaring vereist. Bij een vastgestelde vergoeding van meer dan EUR 375.000 gelden aanvullende vereisten voor de accountantsverklaring.
  • Indien je een voorschot hebt ontvangen van meer dan EUR 20.000 of een vastgestelde vergoeding van meer dan EUR 25.000 is een verklaring van een derde deskundige vereist. Een derde deskundige is bijvoorbeeld: een externe consultant, externe financier, brancheorganisatie of accountant/belastingadviseur. Holthaus Advies mag als geregistreerd belastingconsulent deze verklaring ook opstellen.
  • Indien geen accountantsverklaring is vereist zal de controle geschieden op basis van de administratie.

Heb je al eerder NOW aangevraagd? Houd er dan rekening mee dat de NOW tegemoetkoming definitief moet worden vastgesteld. Indien in de eerste ronde de NOW (maart tot en met mei 2020) tegemoetkoming was aangevraagd en een voorschot is ontvangen, moest voor 31 oktober 2021 de tegemoetkoming definitief worden vastgesteld. Voor de tweede ronde van de NOW (juni tot en met september 2020) geldt dat deze uiterlijk op 31 maart 2022 moet zijn vastgesteld. Voor overige NOW aanvragen Q4 2020 t/m Q4 2021 geldt dat de vaststelling uiterlijk 22 februari 2023 moet zijn gebeurd.

Bij de vaststelling geldt een doelmatigheidsgrens van EUR 500. Dat betekent dat er alleen behoeft te worden terugbetaald als de teveel ontvangen subsidie meer bedraagt dan EUR 500. Het is mogelijk contact op te nemen met het UWV voor het treffen van een betalingsregeling.

  1. Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB - TVL Q4 2021 en Q1 2022

Voor MKB ondernemingen die het zwaarst zijn getroffen door de coronamaatregelen biedt de TVL mogelijkheden. Deze ondernemingen krijgen afhankelijk van de omvang van het bedrijf, de hoogte van de vaste kosten en de mate van omzetverlies een tegemoetkoming voor de vaste lasten. Het subsidiepercentage is 100% van het omzetverlies. De maximale tegemoetkoming is EUR 550.000 voor MKB en EUR 600.000 voor grote verbonden ondernemingen. De voorwaarden voor de TVL zijn als volgt:

  • De onderneming moet zijn opgericht en ingeschreven bij de KvK voor 30 juni 2020;
  • Het omzetverlies moet minimaal 20% bedragen ten opzichte van de referentieperiode (Q4 2019 of Q1 2020);
    • Voor ondernemingen die zijn ingeschreven bij de KvK tussen 1 oktober 2019 en 30 juni 2020 gelden afwijkende referentieperioden.
  • De onderneming heeft een fysieke inrichting buiten het eigen huis. Voor horecabedrijven en ambulante handel (zoals rijscholen, taxivervoer en markthandel) geldt een uitzondering: daar mag het privéadres gelijk zijn aan het vestigingsadres.
  • De ontvangen overheidssteun bedraagt minder dan EUR 2,3 miljoen.
  • De onderneming verkeerde op 31 december 2019 niet in financiële moeilijkheden.

Aanvragen? De TVL Q4 2021 kan tot en met 28 januari 2022 (17.00 uur) worden aangevraagd. Het is momenteel nog niet bekend wanneer de TVL Q1 2022 wordt geopend. De aanvraag kan worden ingediend via de website van de RvO. De aanvraag moet worden gedaan via eHerkenning of DigiD.

  1. Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers – Tozo/Bbz

De Tozo is gestopt per 1 oktober 2021. Net zoals voor de coronacrisis, is daarom het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) weer van kracht. Door de sluiting van bepaalde sectoren, zijn de voorwaarden voor de Bbz momenteel versoepeld. Deze versoepeling geldt voor januari t/m maart 2022. Bij de beoordeling van de inkomensaanvulling wordt geen vermogenstoets uitgevoerd, het partnerinkomen wordt wel meegeteld. Ook kan de Bbz met terugwerkende kracht worden aangevraagd. De gemeente kijkt bij het beoordelen van de Bbz naar de levensvatbaarheid van de onderneming. De Bbz kent diverse vormen van financiering, zoals een aanvulling op het inkomen of een bedrijfskrediet.

Aanvragen? De Bbz kan worden aangevraagd bij de gemeente waar je woonachtig bent. De mogelijkheden en voorwaarden kunnen per gemeente verschillen.

Ook de gemeente vraagt om definitieve vaststelling van de ontvangen Tozo. De meeste gemeenten sturen hierover een e-mail. Let op: bij geen of te late vaststelling, kan de gemeente de ontvangen vergoeding terugvorderen.

  1. Versoepeling uitstel van betaling belasting

Ondernemers die financiële moeilijkheden ondervinden door het coronavirus kunnen tot 1 februari 2022 bijzonder uitstel van betaling bij de Belastingdienst aanvragen. Let op: dit betreft uitstel en dus geen afstel. Het uitstel geldt voor de volgende belastingen:

  • Inkomstenbelasting
  • Vennootschapsbelasting
  • Loonheffingen
  • Omzetbelasting (btw)

Voor de inkomsten- en vennootschapsbelasting ontvang je de betreffende aanslag nadat de aangifte is ingediend bij de Belastingdienst. Voor loonheffingen en omzetbelasting ontvang je een naheffingsaanslag wanneer je de belasting niet binnen de reguliere termijn hebt betaald. Pas bij ontvangst van de (naheffings)aanslag kan uitstel worden aangevraagd.

Heb je al eerder uitstel van betaling aangevraagd? Dan wordt het bijzonder uitstel automatisch verlengd. Je ontvangt hierover een brief van de Belastingdienst.

Aanvragen? Voor 31 januari 2022 kan een schriftelijk verzoek worden gedaan bij de Belastingdienst. In deze brief moet worden aangegeven welke gevolgen de coronacrisis heeft op de onderneming.

  1. Wet Homologatie Onderhands Akkoord – WHOAOp 1 januari 2021 is de WHOA in werking getreden. De WHOA is niet specifiek voor ondernemers die getroffen zijn door de financiële gevolgen van de coronacrisis, maar kan wel uitkomst bieden in deze situatie. Wanneer een onderneming levensvatbare bedrijfsactiviteiten verricht, maar teveel schulden heeft om de onderneming voort te kunnen zetten kan middels de WHOA een akkoord met schuldeisers worden bereikt. Voorheen was bij een doorstart een akkoord nodig van 100% van de schuldeisers. Met de WHOA kunnen schuldeisers worden gedwongen akkoord te gaan met een lager bedrag (dan de openstaande schuld). Op deze manier kan voor meer ondernemingen een doorstart worden gerealiseerd. Let op: de schuldeisers mogen bij toepassing van de WHOA niet slechter af zijn, dan bij een eventueel faillissement. Het voorstel moet redelijk zijn voor alle partijen. De rechter beoordeelt dit.6. Time Out Arrangement krediet - TOA

    Wanneer er door middel van de WHOA (punt 5) weer een levensvatbare onderneming wordt gerealiseerd, kan er aanspraak worden gemaakt op het TOA-krediet. Let op: het TOA-krediet is niet bedoeld voor het financieren van de WHOA afspraken. Het krediet is bedoeld ter bevordering van de herstart (voor bijvoorbeeld voorraden of marketing) en bedraagt maximaal EUR 100.000. De looptijd van de lening is maximaal 6 jaar, waarvan de eerste twaalf maanden aflossingsvrij zijn. Vervroegd aflossen is boetevrij. De rente bedraagt 2,5%.

    Aanvragen? De TOA is verlengd en kan worden aangevraagd tot en met 31 mei 2024. De aanvraag kan worden ingediend bij Qredits.

  2. Subsidieregeling evenementen bij annulering en aanvullende tegemoetkoming evenementen - ATE

De overheid heeft een garantiefonds opgezet voor professionele organisatoren van evenementen tussen 1 juli en 31 december 2021. Ging een evenement niet door vanwege coronamaatregelen, dan verstrekte de overheid een gift van 100% tot 24 september 2021. Na deze datum bedroeg de maximale gift 80% tot en met 31 december 2021. Voor de overige kosten (20%) kon een lening worden aangegaan. Voor geannuleerde evenementen tot en met december 2021 ligt een voorstel tot aanvullende tegemoetkoming (ATE).

Aanvragen? Het aanvragen van de ATE is momenteel nog niet mogelijk. Naar verwachting kan de ATE vanaf eind januari 2022 worden aangevraagd bij de RvO.

Daarnaast wordt de subsidieregeling voor evenementen verlengd tot en met september 2022. De maximale vergoeding bedraagt 90% voor evenementen in het eerste kwartaal van 2022, voor de overige kosten (10%) kan een lening worden aangegaan. Voor evenementen in het tweede en derde kwartaal van 2022 geldt een maximale vergoeding van 80%, met mogelijkheid tot lening van de overige kosten (20%).

Het evenement moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • Het evenement heeft een annuleringsverzekering.
  • Het evenement moet zijn geannuleerd vanwege de coronamaatregelen. Als je zelf besluit het evenement af te lasten, bestaat er geen recht op de subsidieregeling.

Verdere voorwaarden voor de verlengde garantieregeling moeten nog bekend worden gemaakt.

Aanvragen? De regeling ligt momenteel ter beoordeling bij de Europese Commissie. Meer informatie volgt.

Wij houden bovengenoemde regelingen in de gaten en informeren je graag over de ontwikkelingen. Wees er svp van bewust dat de corona steunmaatregelen continue in ontwikkeling zijn. Neem voor jouw specifieke situatie dus contact met ons op. Indien gewenst kunnen wij uiteraard ondersteunen bij het aanvragen van de verschillende regelingen en hieromtrent adviseren.

Voor vragen weet je ons te vinden!

Team Holthaus

Algemene reminder

Beste relatie,
Je kunt momenteel een aantal steunmaatregelen aanvragen en/of definitief vaststellen. Houd er rekening mee dat enkele deadlines naderen. Hieronder alle deadlines op een rijtje:

Raadpleeg onze nieuwsbrief voor een overzicht van alle voorwaarden.

Mocht je vragen en/of opmerkingen hebben, dan horen wij het graag!

Team Holthaus

TVL Q2 2021 aanvragen?

Het kabinet heeft besloten om de TVL voor Q2 2021 verder uit te breiden. De Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) ondersteunt ondernemers en zelfstandigen bij het betalen van hun vaste lasten. De TVL-subsidie is afhankelijk van het omzetverlies (minimaal 30%), het percentage vaste lasten en een subsidiepercentage.

Openstelling Q2

Voor veel ondernemers was de referentieperiode van het 1e kwartaal van 2019 voor TVL Q1 2021 niet representatief. In deze periode draaiden zij door omstandigheden te weinig of geen omzet. Hierdoor ontvingen zij ook minder of helemaal geen TVL-subsidie. Daarom kunnen zij bij TVL Q2 2021 als referentieperiode kiezen uit 2 verschillende kwartalen (Q2 2019 of Q3 2020).

Verder stijgt het subsidiepercentage naar 100%. Dit was 85%. En kunnen ondernemers die tussen 15 maart en 30 juni 2020 met hun onderneming zijn gestart, ook TVL Q2 2021 aanvragen.

Hierbij de voorwaarden voor de TVL Q2 2021:

TVL Q2 2021 voorwaarden

  • De onderneming heeft meer dan 30% omzetverlies in het 2e kwartaal van 2021 vergeleken met het 2e kwartaal van 2019 of het 3e kwartaal van 2020.
  • De vaste lasten zijn minimaal € 1.500 per kwartaal, op basis van het percentage vaste lasten dat bij jouw hoofdactiviteit hoort.
  • De onderneming stond op 30 juni 2020 ingeschreven bij de KVK, heeft een SBI-code en minimaal een vestiging in Nederland, met een aparte voordeur van het huisadres. Op deze vestigingseis zijn een aantal uitzonderingen, zoals voor goederenvervoer, markthandel, kermisattracties, taxichauffeurs, rijinstructeurs en voor sommige horeca.

Let op: Als je minder dan € 3.000 berekende vaste lasten per kwartaal hebt, kun je nu dus ook TVL Q2 2021 aanvragen. Je ontvangt de subsidie als de vaste lasten gelijk of hoger zijn dan € 1.500. Het gaat hierbij om de berekende vaste lasten en niet om de werkelijke vaste lasten. Voor de berekening van de vaste lasten gebruikt de RvO het gemiddelde aandeel van de vaste lasten in de omzet van jouw branche. Dit noemen we het percentage vaste lasten. De werkelijke vaste lasten hoeven dus niet opgeven te worden.

Aanvragen? De TVL Q2 2021 kan tot en met 20 augustus 2021 17:00 uur aangevraagd worden. De aanvraag moet worden gedaan via eHerkenning (niveau 3) of DigiD. Om aanspraak te maken op de verlenging van de TVL moet voor elk tijdvak afzonderlijk bij de RvO een aanvraag worden ingediend.

Wij helpen graag bij het aanvragen van de TVL Q2 2021. Graag vernemen wij uiterlijk op 13 augustus jl. of wij jullie hiermee kunnen helpen.

Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) Q1 2021 Startende ondernemingen

Startende ondernemers krijgen in het 1e kwartaal van 2021 hulp via de TVL Startende ondernemingen. Dit is een aparte TVL-subsidieregeling. De TVL Startende ondernemingen is er voor ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf (mkb) en geldt ook voor zzp'ers met een aparte voordeur naar hun werkruimte.

De hoogte van de subsidie wordt gebaseerd op het omzetverlies én het percentage vaste lasten dat bij de SBI-code van de hoofdactiviteit hoort. Als startende ondernemer in Nederland kun je subsidie aanvragen voor jouw vaste lasten als je aan de subsidievoorwaarden voldoet.

Subsidievoorwaarden

Voor de TVL Startersregeling Q1 2021 gelden de volgende voorlopige voorwaarden:

  • De onderneming heeft zich in de periode 1 oktober 2019 tot en met 30 juni 2020 nieuw ingeschreven in het Handelsregister van de KVK.
  • De onderneming heeft een SBI-code én is gevestigd in Nederland, maar niet op het huisadres. Voor deze vestigingseis gelden uitzonderingen, zoals voor: goederenvervoer, markthandel, kermisattracties, taxichauffeurs, rijinstructeurs en sommige horecagelegenheden.
  • De onderneming heeft minimaal € 1.500 vaste lasten per kwartaal. Dit berekent het RvO met het percentage vaste lasten dat bij de SBI-code hoort.
  • De onderneming heeft aantoonbaar omzetverlies in het 1e kwartaal van 2021 van 30% of hoger, vergeleken met de omzet van het 3e kwartaal van 2020.
  • Het minimale subsidiebedrag per kwartaal is € 1.500.
  • Het maximale subsidiebedrag per kwartaal is € 124.999.
  • Is de onderneming verbonden aan óf onderdeel van een andere onderneming en daarmee onderdeel van een bestaande groep? Dan kom je niet in aanmerking voor de TVL Q1 2021 Startende ondernemingen als de inschrijfdatum van een verbonden onderneming in de groep ligt vóór 1 oktober 2019. Voorbeelden zijn:
    • dochterondernemingen;
    • werkmaatschappijen;
    • startende nieuwe filialen onder een aparte bv;
    • franchisenemers die niet los staan van de franchisegever.
  • De onderneming is geen financiële instelling of overheidsbedrijf.
  • De onderneming is niet failliet en heeft geen uitstel van betaling (surseance) aangevraagd bij de rechtbank.

Aanvullende voorwaarde bij een aanvraag van € 25.000 of meer én ingeschreven van 16 maart tot en met 30 juni 2020

Ben je ingeschreven in het Handelsregister van de KVK in de periode van 16 maart 2020 tot en met 30 juni 2020 én vraag je een subsidie aan van € 25.000 of hoger? Dan voeg je een verklaring bij de aanvraag van een onafhankelijke deskundige: een accountant, fiscalist of boekhouder. De verklaring van een deskundige derde is een extra controle van:

  • Het opgegeven omzetverlies;
  • De echtheid van de onderneming (een onderneming mag geen onderdeel zijn van een groep waarvan de inschrijfdatum van een verbonden onderneming in de groep ligt vóór 1 oktober 2019).

Aanvragen? Je kunt de Startersregeling Q1 2021 aanvragen vanaf 31 mei, 09:00 uur tot 12 juli, 17.00 uur. De aanvraag moet worden gedaan via eHerkenning (niveau 3) of DigiD.

Wij helpen graag bij het aanvragen van de TVL Q1 2021 Startende ondernemingen. Graag vernemen wij uiterlijk op 5 juli jl. of wij jullie hiermee kunnen helpen.

Deadlines aanvraag Corona Steunmaatregelen maart 2021

Je kunt momenteel een aantal steunmaatregelen aanvragen en/of definitief vaststellen. Houd er rekening mee dat enkele deadlines naderen. Hieronder alle deadlines op een rijtje:

NOW 3.2:                           15 februari 2021 tot en met 14 maart 2021

NOW 3.3:                           17 mei 2021 tot en met 13 juni 2021

TVL Q1:                             15 februari 2021 tot en met 30 april 2021

TVL Q2:                              naar verwachting vanaf mei 2021 tot en met 31 juli 2021

TOZO 3:                             1 oktober 2020 tot en met 31 maart 2021

TOZO 4:                             1 april 2021 tot en met 30 juni 2021

Vaststelling NOW 1.0:      7 oktober 2020 tot en met 31 oktober 2021

Vaststelling NOW 2.0:      15 maart 2021 tot en met 31 oktober 2021

Vaststelling TVL 1:           eind februari 2021 tot en met 31 maart 2021

Raadpleeg onze nieuwsbrief voor een overzicht van alle voorwaarden of check hier.

Mocht je vragen en/of opmerkingen hebben, dan horen wij het graag!

Team Holthaus

Update meest belangrijke Corona Steunmaatregelen december 2020

De steunmaatregelen kunnen momenteel aangevraagd worden. Houd er wel rekening mee dat enkele deadlines naderen. Hieronder alle deadlines op een rijtje:

  • NOW 3.1: deadline à  13 december 2020
  • TVL 2.1: deadline à  29 januari 2021
  • Tozo 3: deadline à  31 maart 2021

De voorwaarden van de genoemde regelingen worden hieronder besproken, omdat er naderende deadlines zijn.

NOW 3.1
Evenals bij de eerste en tweede ronde van de NOW blijven een aantal voorwaarden gelijk. Hieronder zijn de belangrijkste voorwaarden, om aanspraak te maken op deze regeling voor het eerste tijdvak, op een rij gezet voor jou.

  • Er moet sprake zijn van een omzetdaling van minimaal 20%.
  • Het verbod op het doen van winstuitkeringen aan aandeelhouders, bonussen aan het bestuur en de inkoop van eigen aandelen blijft bestaan.
  • Het vrijstellingspercentage voor de loonsom bedraagt 10% in het eerste tijdvak (1 okt. t/m 31 dec. 2020).
  • De inspanningsverplichting gericht op scholing en het verbod op het uitkeren van dividend en bonusuitkeringen blijven in NOW 3 bestaan.
  • De vaste (forfaitaire) opslag voor de werkgeverslasten, zoals vakantiebijslag, pensioenpremies en werkgeverspremies, blijft 40%. 

TVL 2.1
Hieronder zijn de belangrijkste voorwaarden, om aanspraak te maken op de TVL 2.0 voor het eerste tijdvak, op een rij gezet voor jou.

  • De onderneming moet meer dan 30% omzetverlies in het 4e kwartaal van 2020 vergeleken met het 4e kwartaal van 2019 hebben.
  • De vaste lasten zijn minimaal € 3.000 in het 4e kwartaal van 2020, op basis van het percentage vaste lasten dat bij de hoofdactiviteit van de onderneming hoort.
  • Daarnaast moet de onderneming minstens één andere vestiging hebben dan het privéadres van de ondernemer. Met uitzondering van horecaondernemingen en ambulante handel.
  • De onderneming mag maximaal 250 medewerkers hebben.
  • De onderneming moet op 15 maart 2020 ingeschreven staan in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel.

Let op! De toekenning van de TVL 2.0 is in het eerste tijdvak dus niet meer afhankelijk van de SBI-code van de onderneming.

Tozo 3
De Tozo voorziet in een aanvullende uitkering tot maximaal EUR 1.512 netto. Je komt voor de Tozo o.a in aanmerking als:

  • je als gevolg van de coronacrisis een huishoudinkomen onder het sociaal minimum hebt en/of een liquiditeitsprobleem waarvoor je een bedrijfskrediet nodig hebt;
  • je in 2019 minimaal 1.225 uur werkte in jouw eigen bedrijf. Mocht je na 1 januari 2019 zijn gestart in jouw onderneming dan moet je in ieder geval in de periode tussen inschrijving bij de KVK en indiening van de aanvraag  2020 gemiddeld minimaal 23,5 uur per week aan/in jouw bedrijf gewerkt hebben (uren voor administratie en acquisitie tellen ook mee).
  • je bijstand ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal wilt aanvragen, er geen verzoek is ingediend tot verlening van surseance van betaling of om faillietverklaring van jou, jouw huishouden, jouw bedrijf of zelfstandig beroep.

Raadpleeg onze nieuwsbrief voor een overzicht van alle voorwaarden!

Wij vernemen graag of jouw onderneming(en) aan de gestelde voorwaarden van één of meerdere van de bovengenoemde steunmaatregelingen voldoet/voldoen en of wij voor jou aan de slag kunnen gaan met de aanvraag hiervan.

We vragen hiervoor opnieuw een vaste fee van EUR 250,- ex BTW voor de NOW 3.1 en Tozo 3 aanvraag en EUR 275,- ex BTW voor de TVL 2.1.

Mocht je vragen en/of opmerkingen hebben, dan horen wij het graag!

Belangrijkste Corona Steunmaatregelen

Hierbij een verkorte versie  over de economische steunmaatregelen en relevante zaken. Uitgebreidere informatie zal binnenkort terug te vinden zijn op onze Corona Steunmaatregelen pagina.

De regelingen die aan bod komen zijn:

  • NOW (aan te vragen per 16 november 2020)
  • Tozo (deadline 30 november 2020)
  • TVL (aan te vragen per 16 november 2020)
  • Uitstel van betaling (deadline 31 december 2020)

De belangrijkste regelingen worden hieronder besproken omdat er een naderende deadline is of omdat de aanvraag van de regeling  is opengesteld.

Verlening NOW

Eind augustus maakte het kabinet bekend dat de NOW wordt verlengd met drie tijdvakken van drie maanden. Dat betekent dat de NOW is verlengd tot en met 30 juni 2021. Gedurende deze drie tijdvakken wordt de vergoeding geleidelijk verlaagd. Voor bepaling van de totale loonkosten wordt de maand juni 2020 aangehouden.

  • Tijdvak 1 (1 oktober 2020 tot en met 31 december 2020): De tegemoetkoming bedraagt in dit tijdvak maximaal 80% van de totale loonkosten. Loon boven EUR 9.538 bruto per maand komt in dit tijdvak niet voor compensatie in aanmerking. In dit tijdvak kan NOW compensatie worden aangevraagd als er een omzetverlies is van minimaal 20%.
  • Tijdvak 2 (1 januari 2021 tot en met 31 maart 2021): De tegemoetkoming bedraagt in dit tijdvak maximaal 70% van de totale loonkosten. Loon boven EUR 9.538 bruto per maand komt in dit tijdvak niet voor compensatie in aanmerking. In dit tijdvak kan NOW compensatie worden aangevraagd als er een omzetverlies is van minimaal 30%.
  • Tijdvak 3 (1 april 2021 tot en met 30 juni 2021): De tegemoetkoming bedraagt in dit tijdvak maximaal 60% van de totale loonkosten. Loon boven EUR 4.769 bruto per maand komt in dit tijdvak niet voor compensatie in aanmerking. In dit tijdvak kan NOW compensatie worden aangevraagd als er een omzetverlies is van minimaal 30%.

Bij de derde ronde van de NOW is het wel toegestaan om de loonsom een bepaald percentage te laten dalen, zonder dat de NOW compensatie daardoor wordt verlaagd.

  • In het eerste tijdvak mag de loonsom maximaal worden verminderd met 10%.
  • In het tweede tijdvak mag de loonsom maximaal worden verminderd met 15%.
  • In het derde tijdvak mag de loonsom maximaal worden verminderd met 20%.

Indien de loonsom verder daalt dan deze percentages, bestaat er over dat gedeelte geen recht op de NOW. De loonsom kan op verschillende manieren worden verminderd: door het niet verlengen van contracten voor bepaalde tijd, door ontslag of een vrijwillig loonoffer van werknemers. Voor een vrijwillig loonoffer is wel toestemming van de werknemer nodig. Het is daarbij raadzaam om de afspraken schriftelijk vast te leggen.

Bij een aanvraag wordt 80% van de gevraagde tegemoetkoming als voorschot verstrekt. Daarnaast ontvangen werkgevers naast de tegemoetkoming in de loonkosten ook een vergoeding voor de maandelijkse opbouw van de vakantiebijslag, pensioenpremies en werkgeverspremies. Deze opslag is 40%. Er geldt een verbod op het doen van winstuitkeringen aan aandeelhouders, bonussen aan het bestuur en de inkoop van eigen aandelen. Ook geldt er een inspanningsverplichting voor de werkgever gericht op scholing van werknemers.

Aanvragen? Het aanvragen van het eerste tijdvak van de NOW 3.0 kan vanaf 16 november 2020. Let op: de deadline voor het aanvragen van de NOW 3.0 is 13 december 2020. Definitieve vaststelling van de NOW 3.0 vindt plaats in de zomer van 2021..

Definitieve vaststelling NOW

Indien alleen in de eerste ronde de NOW tegemoetkoming over maart, april en mei was aangevraagd en een voorschot is ontvangen, kan vanaf 7 oktober 2020 om definitieve vaststelling van de NOW tegemoetkoming worden verzocht. Voor de definitieve vaststelling van de tweede NOW ronde, wordt nog een datum bekendgemaakt. Indien zowel in de eerste als de tweede NOW ronde tegemoetkoming is aangevraagd, kan dus pas later definitieve vaststelling worden aangevraagd.

Bij het achteraf vaststellen van de NOW kan een accountantsverklaring of een verklaring van een derde deskundige nodig zijn voor de definitieve vaststelling van de tegemoetkoming.

  • Indien je een voorschot hebt ontvangen van meer dan EUR 100.000 of een vastgestelde vergoeding van meer dan EUR 125.000 is een accountantsverklaring vereist.
  • Indien je een voorschot hebt ontvangen van meer dan EUR 20.000 of een vastgestelde vergoeding van meer dan EUR 25.000 is een verklaring van een derde deskundige vereist. Een derde deskundige is bijvoorbeeld: een externe consultant, externe financier, brancheorganisatie of accountant/belastingadviseur. Holthaus Advies mag als geregistreerd belastingconsulent deze verklaring uiteraard ook opstellen.
  • Indien geen accountantsverklaring is vereist zal de controle geschieden op basis van de administratie.

Verlenging Tozo

Zelfstandigen kunnen op twee manieren inkomensondersteuning ontvangen via de Tozo:

  1. Inkomensondersteuning tot aan het sociaal minimum. Deze aanvulling hoeft niet te worden terugbetaald. Zelfstandig ondernemers kunnen hun inkomen aanvullen tot EUR 1.050 netto per maand. Indien beide partners ondernemer zijn, geldt een maximumbedrag van EUR 1.500 netto per maand.
  2. Daarnaast kan een maximale lening van EUR 10.157 voor bedrijfskapitaal worden aangevraagd tegen een verlaagd rentepercentage. De maximale looptijd van deze lening is 3 jaar tegen 2% rente.

De Tozo regeling is door het kabinet met negen maanden verlengd, namelijk tot en met 30 juni 2021. Naast de al bestaande partnertoets, wordt vanaf Tozo aanvragen per 1 april 2021 de vermogenstoets geïntroduceerd. Bij de vermogenstoets wordt gekeken naar de direct beschikbare geldmiddelen. Indien een ondernemer meer dan EUR 46.520 aan direct beschikbare geldmiddelen voorhanden heeft, bestaat er geen recht op de Tozo 3. Onder direct beschikbare geldmiddelen valt contant geld, het bank- en spaarsaldo, aandelen, obligaties en opties. Ander vermogen, zoals de eigen woning, zakelijke apparatuur en voorraden, worden niet meegenomen bij de vermogenstoets. Dat zijn namelijk niet direct beschikbare geldmiddelen. De vermogenstoets geldt niet in de periode 1 oktober 2020 tot en met 31 maart 2021.

Aanvragen? De Tozo kan momenteel worden aangevraagd bij de gemeente. Let op: de Tozo kan tot en met 30 november 2020 nog met terugwerkende kracht worden aangevraagd vanaf 1 oktober 2020. Indien de Tozo in december (of later) wordt aangevraagd, geldt de Tozo vanaf de maand waarin de aanvraag is gedaan.

Definitieve vaststelling Tozo 1

Indien je voor Tozo 1 een aanvraag hebt ingediend, wordt door de gemeenten verzocht om een winstverklaring af te geven. In de winstverklaring moet de winst over de periode van de Tozo 1 worden opgegeven. Het is mogelijk om de periode van tegemoetkoming te wijzigen bij het invullen van de winstverklaring. Let op: de winstverklaring is verplicht. Het niet indienen daarvan, kan ervoor zorgen dat de verkregen Tozo uitkering moet worden terugbetaald.

Verlenging TVL

Bedrijven krijgen afhankelijk van de omvang van het bedrijf, de hoogte van de vaste kosten en de mate van omzetverlies een tegemoetkoming voor de vaste lasten. De regeling geldt vanaf 1 oktober 2020 en is opgedeeld in drie tijdvakken van drie maanden. Dat betekent dat de TVL geldt tot en met 30 juni 2021. Deze tegemoetkoming is maximaal EUR 90.000 per tijdvak.

  • Tijdvak 1 (1 oktober 2020 tot en met 31 december 2020): er moet een minimaal omzetverlies van 30% worden behaald om in aanmerking te komen voor deze tegemoetkoming.
  • Tijdvak 2 (1 januari 2021 tot en met 31 maart 2021): het omzetverlies om in aanmerking te komen voor de tegemoetkoming in dit tijdvak moet minimaal 40% bedragen.
  • Tijdvak 3 (1 april 2021 tot en met 30 juni 2021): het omzetverlies om in aanmerking te komen voor deze tegemoetkoming in dit tijdvak moet minimaal 45% zijn.

Verdere voorwaarden voor toekenning van de TVL:

  • De onderneming moet zijn opgericht en ingeschreven bij de KvK voor 16 maart 2020.
  • De onderneming moet een Nederlandse vestiging hebben.
  • De onderneming betreft een fysieke inrichting buiten het eigen huis. Voor horecabedrijven en ambulante handel (zoals rijscholen, taxivervoer en markthandel) geldt een uitzondering: daar mag het privéadres gelijk zijn aan het vestigingsadres.
  • Er mogen maximaal 250 personen werkzaam zijn in de onderneming.
  • Er moeten minimaal EUR 3.000 aan vaste lasten zijn in een periode van drie maanden.
  • De onderneming moet een van de vereiste SBI codes hebben die in aanmerking komen voor de TVL. Deze SBI codes tref je hierLet op: voor het eerste tijdvak (1 oktober 2020 tot en met 31 december 2020) wordt er niet gekeken naar de SBI codes. Dat betekent dat alle ondernemingen die voldoen aan bovenstaande voorwaarden aanspraak maken op de TVL.

Aanvragen? Vanaf 16 november 2020 kan het verzoek voor deze tegemoetkoming worden ingediend via de website van de RvO. De deadline voor de aanvraag is 29 januari 2021. De aanvraag moet worden gedaan via E-Herkenning of DigiD. Om aanspraak te maken op de verlenging van de TVL moet voor elk tijdvak afzonderlijk bij de RvO een aanvraag worden ingediend.

Horeca? Naast de TVL geldt er voor de horeca een eenmalige tegemoetkoming van ongeveer EUR 2.500. De subsidie komt neer op 2,75% van de omzetderving. Deze tegemoetkoming wordt gelijktijdig aangevraagd met de TVL. Er hoeft dus geen extra verzoek te worden gedaan.

Evenementenbranche? Omdat de zomermaanden de belangrijkste periode is voor deze branche, kan de berekening van de TVL lager uitvallen. Het kabinet komt daarom met een aanvulling op de TVL voor de evenementenondernemers. Op korte termijn volgt meer informatie over deze regeling.

Verlenging van uitstel van betaling belasting alsmede verlaging boetes en rente

Ondernemers die financiële moeilijkheden ondervinden door het coronavirus kunnen tot en met 31 december 2020 bijzonder uitstel van betaling bij de Belastingdienst aanvragen. Het uitstel loopt uiterlijk af op 31 december 2020. Dit betreft uitstel en dus geen afstel. Het uitstel geldt voor de navolgende belastingen:

  • Inkomstenbelasting
  • Vennootschapsbelasting
  • Loonheffingen
  • Omzetbelasting (btw)

De invorderings- en belastingrente was tot 1 oktober 2020 verlaagd naar 0,01%. Vanaf 1 oktober 2020 tot en met 31 december 2020 blijft de invorderingsrente 0,01%. De belastingrente ging vanaf 1 oktober 2020 wel weer naar 4%. Dat geldt voor alle belastingsoorten, dus ook voor de Vennootschapsbelasting (normaliter 8% belastingrente). Het kwijtschelden van boetes geldt alleen wanneer er ook een verzoek tot uitstel van betaling is ingediend. Oude verzuimboetes worden niet kwijtgescholden. Kwijtschelding geldt alleen voor nieuwe verzuimboetes veroorzaakt door financiële moeilijkheden vanwege het coronavirus.

Let op: vanaf 1 januari 2021 moeten nieuwe belastingaanslagen binnen de reguliere betaaltermijnen worden betaald.

Uitstel aanvragen?

Voor de Inkomsten- en Vennootschapsbelasting ontvang je de betreffende aanslag nadat de aangifte is ingediend bij de Belastingdienst. Voor de Loonheffingen en Omzetbelasting ontvang je een naheffingsaanslag wanneer je de belasting niet binnen de reguliere termijn hebt betaald. Helaas kan er niet op voorhand, maar pas na het ontvangen van een (naheffings)aanslag, een schriftelijk verzoek tot uitstel worden ingediend bij de Belastingdienst. De deadline voor het aanvragen van uitstel van betaling is 31 december 2020.

Er komt een terugbetalingsregeling van drie jaar, in de periode van 1 juli 2021 tot 1 juli 2024. Sneller aflossen is uiteraard mogelijk. In het voorjaar van 2021 zal de Belastingdienst brieven versturen waarin een betalingsregeling wordt voorgesteld.  Sneller aflossen is uiteraard mogelijk.

Onze diensten voor jou

Wij houden bovengenoemde regelingen nauwlettend in de gaten en informeren je graag per mail over de ontwikkelingen. Indien gewenst kunnen wij uiteraard ondersteunen bij het aanvragen van de verschillende regelingen. Voor vragen weet je ons te vinden!

UBO-register

Heb je een BV of VOF, check dan de nieuwe regels omtrent het UBO-register en registreer op tijd! Sinds 27 september heb je 18 maanden om je onderneming aan te melden. Niet van toepassing op eenmanszaken.

 

Sinds 27 september moeten veel organisaties UBO's gaan inschrijven in het nieuwe UBO-register bij de Kamer van Koophandel (KvK).

Wat is een UBO?

Een UBO (Ultimate Beneficial Owner) is de persoon die de uiteindelijke eigenaar is of de uiteindelijke zeggenschap heeft over een onderneming, stichting of vereniging (een zogeheten juridische entiteit).
Bij een BV gaat het om:

  • personen met meer dan 25% van de aandelen;
  • personen met meer dan 25% van de stemrechten;
  • personen die de feitelijke zeggenschap over de onderneming hebben.

 Waarom komt er een UBO-register?

Het UBO-register is een initiatief van de Europese Unie en heeft als doel om de UBO van in Nederland opgerichte vennootschappen en andere juridische entiteiten (zie opsomming hieronder) op te nemen in een centraal register en dit register publiek toegankelijk te maken. Door deze Europese transparantiemaatregel wil de EU witwassen en financiering van terrorisme tegen gaan.

Na 27 september hebben bestaande vennootschappen 18 maanden de tijd om de informatie over hun UBO('s) te registreren. Nieuw opgerichte vennootschappen zijn direct verplicht om hun UBO('s) te registreren.

Welke organisaties zijn verplicht om te registreren?

De registratieplicht geldt voor de volgende entiteiten:

  • BV’s;
  • NV’s;
  • Verenigingen;
  • onderlinge waarborgmaatschappijen;
  • coöperaties;
  • maatschappen;
  • VOF’s;
  • CV’s;
  • Rederijen;
  • SE’s;
  • SCE’s;
  • EESV’s;

Welke organisatie hoeven niet te registreren?

De registratieplicht geldt niet voor:

  • Eenmanszaken;
  • Beursvennootschappen en hun 100% (directe of indirecte) dochters;
  • VvE’s; en
  • verenigingen met beperkte rechtsbevoegdheid die geen onderneming drijven en publiekrechtelijke rechtspersonen.

In sommige gevallen kan een uitzondering worden gemaakt op de registratieplicht, als de registratie voor de UBO blootstelling aan een risico op fraude, ontvoering, chantage, geweld of intimidatie inhoudt of indien de UBO minderjarig of anderszins handelingsonbekwaam is.

Welke informatie wordt er geregistreerd en openbaar gemaakt?

De volgende UBO informatie zal voor iedereen publiekelijk toegankelijk worden:

  • Naam;
  • Geboortemaand;
  • Geboortejaar;
  • Woonstaat;
  • Nationaliteit; en
  • de aard en omvang van het gehouden belang.

De bij de KvK ingediende documenten, zoals een paspoort en maatschapsovereenkomst, zijn niet voor iedereen openbaar.

Per UBO zijn de volgende gegevens alleen in te zien door de Financiële inlichtingen eenheid (FIU-Nederland) en bevoegde autoriteiten, zoals de Belastingdienst, FIOD en AFM:

  • BSN-nummer;
  • Geboortedag, geboorteplaats, geboorteland en woonadres.

Deze instanties kunnen ook de bij de KvK ingediende documenten inzien.

Wat gebeurt er als een onderneming haar UBO niet (op tijd) registreert?

De maximale dwangsom of boete voor het (niet op tijd) registreren van een UBO is EUR 21.750,-. Ook is het (in uitzonderlijke situaties) mogelijk dat een gevangenisstraf van maximaal twee jaar of een taakstraf wordt opgelegd.

Hulp nodig?

Indien gewenst kunnen wij uiteraard ondersteunen bij de inschrijving van de UBO(‘s). Voor vragen weet je ons te vinden!

Miljoenennota 2021: wat zijn de gevolgen?

Op Prinsjesdag zijn de fiscale plannen voor 2021 en de consequenties van de coronasteunmaatregelen bekend gemaakt. Hieronder brengen we je op de hoogte van de belangrijkste zaken:

Tegemoetkoming aan starters op de woningmarkt


Bij de aankoop van een woning moet 2% overdrachtsbelasting betaald worden. Dit was en is de hoofdregel, maar vanaf 1 januari 2021 zijn er twee uitzonderingen van toepassing.

De eerste uitzondering heeft betrekking op woningkopers van 18 tot 35 jaar: zij hebben eenmalig recht op vrijstelling van de overdrachtsbelasting. De leeftijdsgrens wordt per koper beoordeeld. Wanneer gezamenlijk een woning gekocht wordt, dan wordt de toepasselijkheid van de vrijstelling bepaald voor elke koper afzonderlijk. Het is overigens geen vereiste dat het de eerste koopwoning is, maar wel dat de vrijstelling niet eerder toegepast is.

De tweede uitzondering betreft de kopers die de gekochte woning niet zelf gaan bewonen. Bij aankoop van de woning moet 8% overdrachtsbelasting afgedragen worden. Dit geldt bijvoorbeeld voor een tweede woning die verhuurd wordt aan derden, maar ook voor een vakantiewoning of een woning die ouders kopen voor hun kind.

De criteria voor de twee uitzonderingen worden beoordeeld op het moment dat de notariële akte wordt opgemaakt. Het moment waarop de koopovereenkomst wordt getekend is dus niet relevant voor de hoogte van de overdrachtsbelasting.

 Fiscale gevolgen coronasubsidies

Op basis van de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren (TOGS) kon een onderneming onder voorwaarden aanspraak maken op een tegemoetkoming in de schade die is geleden door de maatregelen ter bestrijding van het coronavirus. Deze regeling is opgevolgd door de mogelijkheid om de vaste lasten van het MKB (TVL) te compenseren. Beide vergoedingen behoren niet tot de winst en er hoeft dus ook geen belasting over betaald te worden.

De Tijdelijke overbruggingsregeling voor flexibele arbeidskrachten (TOFA) bood een tegemoetkoming als bijdrage in de kosten voor het levensonderhoud. Op de tegemoetkoming is door het UWV al belasting ingehouden, maar standaard is ook de algemene heffingskorting toegepast. Als er in 2020 meerdere uitkeringen zijn ontvangen of als er van meer dan één werkgever loon is ontvangen, dan kan het zijn dat er via de aangifte inkomstenbelasting belasting bijbetaald moet worden. Dit komt doordat er per saldo een te hoge algemene heffingskorting toegepast is. Daarnaast kan de TOFA gevolgen hebben voor de toeslagen (bijvoorbeeld zorgtoeslag, kinderopvangtoeslag en huurtoeslag).

Op basis van de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) kon aanspraak gemaakt worden op een tegemoetkoming in de loonkosten. De NOW is onderdeel van het inkomen van de onderneming en dus belast in de inkomstenbelasting (eenmanszaak of VOF) of de vennootschapsbelasting (BV).

 Tarief inkomstenbelasting

De tarieven voor de inkomstenbelasting in box 1 (inkomen uit werk en woning) worden stapsgewijs verlaagd. Voor 2021 geldt voor inkomens tot € 68.507 een tarief van 37,10% (2020: 37,35%) en het meerdere boven dit bedrag wordt, net als in 2020, belast tegen 49,50%.

De algemene heffingskorting zorgt ervoor dat de te betalen inkomstenbelasting wordt verlaagd. De algemene heffingskorting wordt in 2021 verhoogd ten opzichte van 2020. Bovendien wordt ook de arbeidskorting verhoogd. Door deze verhoging betalen werkenden (zowel werknemers als zelfstandigen) minder inkomstenbelasting.

De zelfstandigenaftrek wordt jaarlijks in kleine stappen afgebouwd. Doel is om fiscale verschillen tussen werknemers en zelfstandigen te verkleinen. Voor 2020 is de zelfstandigenaftrek op jaarbasis € 7.030 en dit wordt vanaf 1 januari 2021 verlaagd naar € 6.670.

Bepaalde aftrekposten (onder meer hypotheekrenteaftrek, ondernemersaftrek en MKB-winstvrijstelling) zijn voor maximaal 43% aftrekbaar in 2021 (dit was 46% in 2020).

Over vermogen moet jaarlijks inkomstenbelasting betaald worden. Het tarief neemt in 2021 toe ten opzichte van 2020, maar daarentegen wordt het vrijgestelde bedrag verhoogd. In 2020 is € 30.846 aan vermogen vrijgesteld van belasting (deze vrijstelling geldt per persoon) en dit wordt in 2021 verhoogd naar € 50.000.

Ondernemers of werknemers die de zakelijke auto ook privé gebruiken, betalen (indirect via de loonheffing of de aangifte inkomstenbelasting) bijtelling gebaseerd op de catalogusprijs van de auto. Het reguliere bijtellingspercentage is 22%, maar voor alle auto’s zonder CO2-uitstoot geldt een verlaagd bijtellingspercentage van 12% (dit was 8% in 2020). Dit lage percentage geldt tot een cataloguswaarde van € 40.000, het meerdere wordt belast tegen 22%. Deze maximale cataloguswaarde geldt niet voor waterstofauto’s en zonnecelauto’s.

Tarief vennootschapsbelasting

In 2021 worden de tarieven voor de vennootschapsbelasting met winsten tot € 245.000 (dit was in 2020: tot € 200.000) verlaagd tot 15%. Het meerdere wordt, net zoals in 2020, belast tegen 25%.

Als bedrijven winst maken met bepaalde vernieuwende activiteiten, dan kan een gereduceerd tarief op basis van de innovatiebox van toepassing zijn. Meer concreet betekent het dat er minder vennootschapsbelasting betaald hoeft te worden. Het tarief voor de innovatiebox wordt per 1 januari 2021 vastgesteld op 9% (dit was 7% in 2020).

 Dividendbelasting

In 2020 moet over uitgekeerd dividend aan de aandeelhouder (die geen BV is) 26,25% dividendbelasting betaald worden. In 2021 wordt dit verhoogd naar 26,9%. Hier staat wel de verlaging van de vennootschapsbelasting tegenover (zie hiervoor).

Toeslagen

Een eventuele fiscale partner wordt vanaf 1 januari 2020 niet meer toegerekend voor het hele toeslagjaar, maar vanaf de eerste van de maand nadat het fiscaal partnerschap is ontstaan. Fiscaal partnerschap kan bijvoorbeeld ontstaan als partners samen een huis hebben gekocht, een kind hebben gekregen of als zij zijn getrouwd. Deze maatregel betekent concreet dat fiscaal partnerschap later in het jaar niet langer per definitie leidt tot het terugbetalen van toeslagen die eerder in hetzelfde jaar zijn ontvangen (bijvoorbeeld huurtoeslag, zorgtoeslag en kinderopvangtoeslag).

Werkkostenregeling

De vrije ruimte van de werkkostenregeling bedraagt tot een fiscale loonsom van € 400.000 normaal gesproken 1,7% van de fiscale loonsom. Als uitzondering vanwege de coronacrisis geldt voor het jaar 2020 tot een fiscale loonsom van € 400.000 een vrije ruimte van 3% van de totale fiscale loonsom.